Blog

Voorwoord De Garnalenpelster

Çarşamba, Ekim 16th, 2013

Nilgün Yerli ken ik een jaar of vier. Ik ontmoette haar voor het eerst in het radioprogramma Misic Hall van de VPRO, een onderdeel van De Avonden.
Zij las daar voor, ik las daar voor. Literair variété. Ik vond haar verlegen. Nilgün Yerli is echt niet verlegen. Wel bescheiden, maar niet verlegen. Dat merkte ik kort daarna, toen ze me vroeg of ik teksten voor haar wilde schrijven. Ze dacht aan een soloprogramma. Haar doel: Carré. Vond ik een goed plan. Ik ben van mening dat je altijd hoog moet inzetten.

Ze woonde toen nog in Haarlem, in een huis dat uitzag op een rivier. Het eerste dat ik voor haar schreef, handelde ook over een rivier. Ik ging regelmatig naar haar toe om teksten te brengen of door te spreken. Ik rookte toen nog aan een stuk door. Bovendien waste ik mijn handen in haar keuken. Nilgün vond dat allemaal huiveringwekkend, maar ze zei er niets van, want ik was gast in haar huis. Gastvrijheid is haar heilig. Net als vriendschap.

Je handen in de keuken wassen, dat doe je niet. Net als zoals je geen kalender met daarop de namen van je dierbaren op het toilet hangt. Net zoals je je neus niet in gezelschap snuit.

Het is heel goed met Nilgün bevriend te zijn. Het leven wordt er rijker door. Voller ook.

Ze heeft het erg druk. Ze draagt altijd een dikke agenda met zich mee en een stuk of wat mobiele telefoontjes. En ook herinnert ze zich dingen die ze bijna vergeten is. Ht is tamelijk onrustig. Ook als je thuiskomt en het antwoordbandje afdraait. Nilgün heeft een vraagje en praat vervolgens het bandje vol, in het Gronings of Surinaams.

Vaak vraagt ze ook advies. Vind je dat ik in Waku Waku moet? Ik ben blij dat ik haar adviezen mag geven. We vertrouwen elkaar.

Ik bewonder haar ook. In Nilgün omhelzen dromen en ambities elkaar innig. Ik zeg altijd: “Als je iets echt wilt, dan gebeurt het ook”. Soms als ik dat zeg, denk ik dat het misschien beter is om dat niet te zeggen. Toch gaat het voor mezelf op. Ik geloof niet dat het ijdel is dat op te merken, vooral omdat ik eraan toevoeg dat het voor ij maar een beetje opgaat, vergeleken bij Nilgün. Zij wil veel, heel veel. En dat gebeurt dan ook. Tegen de klippen op. Door teleurstellingen en tranen heen. Ze is niet te stuiten. Soms houd ik mijn hart vast, en als ik dat ten Nilgün zeg wanneer ze me uit haar auto belt, terugkerend van een fotograaf en op weg naar een televisie-interview, verzucht ze: “Ben blij dat je het zegt, want van jou kan ik het hebben”. En dan heeft ze bij de volgende ontmoeting champagne bij zich of sake. Veranderen doet er weinig. Ik moet mezelf dat ook niet wijsmaken.
Als je je geen zorgen maakt om haar, gebeurt er waarschijnlijk niet wat ze wil dat er gebeurt. En dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Niet te stuiten, Nilgün Yerl. Onontkoombaar. Dit boek gaat daar onder meer over. Hartveroverend als de schrijfster. Toen ik het gelezen had, speet het me dat ik haar niet eerder had ontmoet. Dat heb je met goed vrienden.

Thomas Verborgt

Read More

Comments are closed.